Leraren van de leegte

Het goddelijke is alles wat is. Dat wordt zo uitgelegd. Mijn gidsen leggen het anders uit. Zij spreken niet over het goddelijke. Alles is energie. En anders is het niet. Energie is daarmee een woord voor een soort ‘substantie’ en betekent: geschapen. Een geschapen realiteit. Maar wat zelf ís, ongeschapen, is geen energie. Wat ís gaat daaraan voorbij. Energie is iets dat niet echt is, dat tijdelijk is, afhankelijk van wat echt is, en dat uit zichzelf niets vermag, geen vermogen heeft. De kracht die als enige kracht genoemd kan worden is de kracht van de leegte die alle zijn, alle energie dus, alles wat is, bestaan geeft en kracht om te zijn en te bewegen om ‘een kracht’ te zijn. Maar uit zichzelf is energie niets.

 

Transformatie van welke aard dan ook komt altijd uit de leegte. De leegte zelf is geen energie. Energie is een geschapen iets dat zelf niet is en niets kan, maar dat voor ons en alles om ons heen het bestaan is, want als iets geen energie is kennen wij het niet en kan het niet gekend worden, want dan ‘bestaat’ het niet. Energieën kunnen alleen maar energieën waarnemen. De leegte kan niet worden waargenomen. Mijn leraren zijn leraren van de leegte. Dat is anders dan andere energieën. Daarom komen ze ook tot andere conclusies.

 

De leegte werkt niet via via. De leegte werkt direct. Je bent niet via steeds hogere energieën ergens ver weg of heel diep of heel hoog of waar dan ook met de leegte verbonden. Jij bent nu direct uit de leegte, elke cel, elk atoom, elk gedachtetje, je oogopslag, de beweging van je handen, alles van jou, is uit de leegte. Voor de leegte ben jij het lichaam. De ogen waarmee die kijkt. De handen waarmee die kan voelen, vastpakken, er zijn voor een ander, jouw woorden zijn de woorden waarmee de leegte spreekt. Jouw lichaam en jouw persoonlijkheid zijn perfect geschapen en wachten geduldig tot jij dat snapt. Er is nergens iets mis mee. Alles gaat goed.

 

De adem is zijn. Die pulserende beweging van de schepping. En toen kwam alles in beweging….