T Er is niets om naar te streven

Kijk, zeggen de natuur en het leven, we reiken jou de hand.

 

Ik voel mijn eigen negativiteit als een klein kind dat loopt te mekkeren en te klagen.

 

Laat dat kleine kind maar achter je aanlopen, dat maakt niet uit. Als je je er maar niets van aantrekt. Moet je ook niet erg vinden. Moet je niet lastig vinden.

 

Ik zie iets lichts, een lichte beweging. Wat zou dat zijn? Als ik mezelf in die lichte beweging zie gaan, zie ik mezelf steeds jonger worden. Ik verander in een soort foetusje. Hier is heel veel rust en ruimte en stilte. Dan zie ik een paar grote ogen kijken. Deze ogen zijn zwart.

 

Kijk, als je los bent ben je los. En als je zweeft zweef je. En dan is er verder niets om naar te streven. Je moet gaan begrijpen, wij moeten allemaal gaan begrijpen, dat er niets is om naar te streven. Je ziet de mens streven en dan weet je: deze mens kan niet tegen de leegte, kan niet tegen de duisternis. De mens projecteert zijn streven op alle lagen van zijn zijn. Dus hij denkt dat zoals hij zelf doet, de andere lagen van zijn wezen ook streven. Dus als hij daar is, als hij dat voelt, dan denkt hij: waar gaat dat heen, of wat gaat er dan gebeuren, of wat betekent dit en wat zijn de gevolgen en consequenties en waar komt het vandaan en waar gaat het naar toe? De mens is altijd onderweg naar iets. Het gaat erom dat je dat loslaat. Dat je ziet dat je helemaal niet onderweg bent. Je bent niet onderweg. Dat is een vals bewustzijn. Dat is een verkeerd bewustzijn. Je bent niet onderweg. Je moet niet nog iets. Als mens doe je een aantal zaken en daarmee houdt het op.

 

Dan denk ik: er is toch een leerproces? Maar dan zie ik ook dat als je steeds stiller wordt, dat leerproces wegvalt. Het valt gewoon weg. Ik zie ook dat het leven open ligt. Het ligt open. En het ligt daar gewoon. En zelf ben je daar ook onderdeel van. Als je daar nou naar toegaat en je denkt: wat moet ik, en je gaat iets zoeken, dan zie je het niet meer. Dan vind je het niet. Dan denk je dat er nog iets moet komen of gebeuren, maar dan heb je maar een heel klein deeltje en daar ben je dan weer ontevreden mee.

 

Het leven ligt open en je bent zelf een onderdeeltje. En daarom doe je iedere dag een bepaald aantal dingen en dat is het dan. Er hoeft verder niks, want al de rest is illusie. Want het is niet waar dat je moet weten en vinden en menen en denken. Dat is helemaal niet waar. Als je je niet goed en rustig voelt en prettig en alles een beetje vanzelf gaat, dan kun je je afvragen: waarom niet? Want dat is niet normaal. Dan kun je je afvragen: waarom gaat niet alles rustig en prettig? Waarom voel ik mij niet rustig en prettig? Dat is een goede vraag. Maar verder is er niks. En je hoeft je ook niet af te vragen wie je zelf bent want voor jou zit iedereen op deze plek. Het maakt dan ook niets meer uit. Je bent gewoon een stukje leven en dat zit hier. Meer niet.