T Mens in rechte lijn, geheime kerncentrale
Ik moet één mooie, rechte lijn vormen. Daarin moet zich alles oplossen, al het andere. Deze rechte lijn is de verbinding tussen hemel en aarde. Zover ben ik nog niet. Er moet meer rust komen in me. Ik moet nog gelijkmatiger zijn. Mijn denken moet uitvlakken. Ik moet contact houden met deze kern, die altijd rustig en beminnelijk is, vriendelijk. Ik zie nog teveel naar links of naar rechts. Deze draad loopt van de aarde omhoog. Er is ook een andere draad, die loopt van hoog naar de aarde. Dat is de draad die mij verlicht, die mij hulp zal bieden. Ik ga langs beide lijnen. De aardedraad is de draad van in mijn kern blijven, rustig blijven onder alles. De hoge draad is de draad van het inzicht in de dingen. Ik heb beide draden nodig om het werk te kunnen doen. Het is een kwestie van voelen. Als ik de aardedraad voel hoef ik mij geen zorgen te maken om de draad van hoog. Als ik de aardedraad niet voel heb ik niets. Dus je kunt zien hoe belangrijk dit is. Ik verlies deze draad nog te vaak.
Als ik in deze aardedraad blijf, hoe zit het dan met mijn emoties? Ben ik dan altijd rustig?
De emoties zullen een natuurlijke stroom zijn. Ze zullen passen bij de situatie. Je zult altijd bereid zijn ze terug te trekken, voor het geval dat.
Er is nog een teveel in het denken op de eerste plaats. Ook in de emoties. Op de eerste plaats in het denken. Het denken is het grootste probleem. Want het denken maakt de “mind”.
Ik voel deze aardedraad nu. Ik voel de stroming in mijn voeten komen. Deze stroom moet ik eigenlijk gaan oefenen om te voelen. Ik voel hem ook tot heel hoog in mij stromen. Ik glijd nu terug langs de aardedraad. Ik kom in een donkere, zwarte omgeving, een cel of zo. Ik voel dat hier dat overtollige niet kan zijn. Daar is überhaupt geen plaats voor. Ik kan het hier niet hebben want daar is hier geen ruimte voor. Ik lig helemaal opgesloten door het zwarte. Het zwarte is een trilling. Het zwarte sluit mij op en gaat mij die trilling van het zwarte laten voelen. Dat kan niet als er nog ruimte is voor iets anders. Het is een golf die begint in mijn voeten en zo door mijn hele lichaam trekt. Wel een grotere golf, geen fijnere trillingen. Ik ont-zelf hierdoor. Het is alsof die golven mijn bewustzijn eruit golven om het zomaar te zeggen. Ik blijf dood achter. De golven hebben me helemaal opgesloten en ik zie het verdwijnen ergens in een punt, dit tafereel.
Ik voel mijn bewustzijn als heel breed en als veel groter, maar ik weet niet waar ik ben. Ik ben uit mijzelf gestoten. Nu voel ik geen grenzen meer, van mij. Ik kan ook niet zeker zeggen of dat bewustzijn dat ik voel, dat ik dat ben. Het is alsof ik het niet ben. Het is heel breed. Het heeft een diepe, trage ademhaling, een trage hartslag. Nu hoor ik de hartslag. Als ik daarin ga als het ware kom ik nog dieper. Dan ben ik in een andere wereld. Het is moeilijk om hier iets van gewaar te worden. Het is een enorme ruimte, enorm, waar deze hartslag als een diepe, zware gong doorheen galmt, zonder dat ‘ie geluid maakt. Het is geen kwestie van geluid. Het is een levensteken, een centrum dat continu van zichzelf bewust is en dat het “ik ben” slaat. Het is een plek waar niemand mag komen. Het is hier verboden toegang. Dit is een gebeuren in uiterst geheim, het leven dat zich hier afspeelt.
Waarom is dit geheim?
Het is de kerncentrale. Van hieruit wordt alles geschapen.
Ik slinger nu weg uit deze ruimte die werkelijk oneindig is. Werkelijk oneindig. Ik weet niet of ik ooit nog ergens terecht kom. Ik wil nu mijn gidsen roepen om mij eruit te halen en mij terug te brengen. Ik concentreer me op liefdevolle handen. Ik ervaar een verblindend licht door deze liefdevolle handen. Alsof ik voor een poort sta van verblindend licht. Alsof twee werkelijkheden elkaar raken. Ik wil het licht toelaten. Dit licht zijn de oneindige stromen van zuivere liefde. Zonder dit licht kan niets leven. Dit licht is grenzeloze, eindeloze liefde. Ik zie mezelf huilen omdat dit alles te boven gaat. Er is niets mooiers dan dit licht dat bestaat. Ik wil graag voor altijd in dit licht blijven. Ik zal nooit meer iets anders nodig hebben. Er komen nu een paar handen die mij halen, blauwe handen. Die zeggen zoiets van: “Edith, je moet nou komen.” Oké. Ik kom nu terug in mezelf. “Zo, dit is genoeg geweest,” voel ik in me. Ik dank al mijn gidsen en iedereen en alles, dank ik zeer. Er is een grote dankbaarheid ergens. Ik ben het nauwelijks gewaar maar ik voel dat ergens een grote dankbaarheid is.
Ik voel een rust. Ik voel stilte en zekerheid. Ik voel vrede. Ook een enorme gelatenheid. Afstand nemen. Mijn eigen weg gaan. Ik zweef boven de dingen. Mijn kern ligt diep in de aarde. Ik voel een grote verbondenheid, gedragen worden. Harmonie. Ik voel ook veel desinteresse. Dat veel mij niet meer uitmaakt. Alsof ik het niet meer kan hebben ook. Groot verlangen om mijn eigen weg te gaan.‹
Maak jouw eigen website met JouwWeb